Wat zeggie ??

25 mei 2020

Twee maanden geleden heb ik me opgegeven om als vrijwilliger zorgmedewerkers te coachen. Uiteraard niet face to face maar via beeldbellen. Dat viel in het begin niet mee.
 
Ik voelde me letterlijk begrensd door een klein scherm en merkte dat ik daardoor te krampachtig ging zoeken naar oplossingen om iemand maar vooral te helpen. Ik viel plat op mijn gezicht in de kuil van iedere coach.
 
Toen kwam er een omslag. Ik merkte dat iemand echt kon helpen door aandachtig te luisteren zonder een oplossing aan te hoeven dragen.
 
Luisteren lijkt gemakkelijk maar valt in het algemeen niet mee.

Door ons analytische onderwijssysteem zijn we gericht op feiten en de bovenstroom, niet op emoties die zo vaak in de onderstroom bepalend zijn. En juist die emoties zijn belangrijk, ook in een werksituatie. Goed luisteren is verbinding maken met de ander en dat doe je het beste door je hoofd (en je ego) niet te laten domineren. Goed luisteren is niet alleen je oren gebruiken maar ook je ogen. Wat neem je waar bij de ander? Kijkt men weg, vernauwen de ogen, zie je de onrust toenemen of gaat de ander juist stralen?
 
Zo voorkom je dat je aandacht afdwaalt en dat je met je hoofd naar een oplossing wilt. Of dat je ego staat te springen om je eigen verhaal, ervaring of mening te kunnen uiten. Dit gebeurt overigens vaker dan we denken.
 
Door dit traject werden voor mij drie dingen glashelder:
1. Een luisterend oor is vele malen belangrijker dan een oplossing.
2. Aandachtig luisteren is het grootste geschenk dat je kunt geven.
3. De verbinding die ontstaat als mensen gehoord worden, geeft ook de luisteraar een geweldig gevoel. Een win-win situatie dus.
 
Door te luisteren en af en toe een goede vraag te stellen, help je mensen met zichzelf in dialoog te gaan. Dat levert verrassende zelfinzichten op die vaak effectiever zijn dan de goedbedoelde adviezen en tips van de ander.
 
“Wanneer je mensen uitnodigt om hun verhaal te vertellen, is het probleem wonderlijk genoeg vaak al opgelost” zegt ook huisarts Gert Roos in een prachtig interview met Fokke Obbema in de Volkskrant. “Dan valt er een last van hun schouders zonder dat ik de stethoscoop uit mijn zak hoef te halen. De mens is sterk geneigd om weg te lopen van zijn angsten maar als je die angst de ruimte geeft, valt het vaak mee. Uitspreken waar je onder lijdt kan leiden tot diep-menselijk, troostend contact.”
 
Helaas zijn we de afgelopen decennia onder invloed van de schermencultuur slechter gaan luisteren, stelt Kate Murphy, journaliste bij The New York Times en auteur van het boek Je Luistert Niet. “Er zijn debatclubs en speech cursussen maar wie beter wil leren luisteren, kan nergens terecht.” Murphy pleit voor meer stiltes in een gesprek, aangekondigd door opmerkingen als “Daar moet ik even over nadenken”. Daarmee laat je merken dat je recht doet aan wat de ander zegt. Stel vragen die inhaken op het vorige gesprek. Dan weet de ander dat ze de vorige keer gehoord en begrepen zijn, adviseert ze.
 
Niet voor niets heeft de mens twee oren gekregen en maar één mond. Eigenlijk zouden we dus tweemaal zoveel moeten luisteren dan praten. En dat valt in de praktijk niet mee. Neurologisch kunnen we namelijk veel sneller luisteren dan de ander kan spreken, wat volop ruimte geeft om af te dwalen.

Goed luisteren is de ander horen, zien en erkennen.  Met je oren, je ogen en je hart.